De politieke hoofdstukken van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne werden ondertekend op 21 maart 2014 en de overige delen op 27 juni 2014. De belangrijke delen van de overeenkomst, met uitzondering van het handelsgedeelte, worden voorlopig toegepast vanaf 1 november 2014; de voorlopige toepassing van de handelsbepalingen in de overeenkomst is per 1 januari 2016 gestart. De overeenkomst zal volledig in werking treden zodra alle EU-lidstaten deze hebben geratificeerd.
In de institutionele, algemene en slotbepalingen van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne (artikel 469) is de oprichting bepaald van een platform voor het maatschappelijk middenveld voor de aanmoediging van regelmatige bijeenkomsten tussen vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van beide partijen, "om hen te informeren over of hun input te verzamelen voor de uitvoering van deze overeenkomst". Het platform vormt zodoende een aanvulling op de bestaande politieke organen binnen het kader van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne en stelt de organisaties uit het maatschappelijk middenveld aan beide zijden in staat om toe te zien op het tenuitvoerleggingsproces vanuit het perspectief van het maatschappelijk middenveld, en om hun aanbevelingen voor te bereiden voor de relevante autoriteiten.
De samenstelling van het platform voor het maatschappelijk middenveld EU-Oekraïne staat verwoord in artikel 469: "Dit platform bestaat uit [...] leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) enerzijds en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van Oekraïne anderzijds [...]."
Het platform werd opgericht op 16 april 2015 en heeft leden van beide zijden. Aan EU-zijde bestaat het uit EESC-leden en permanente waarnemers van Europese netwerken van het maatschappelijk middenveld (Eurochambres, BusinessEurope, EVV, Copa-Cogeca, Cooperatives Europe en het Forum van het maatschappelijk middenveld van het Oostelijk Partnerschap).
Het platform kan aanbevelingen doen aan de Associatieraad (op ministerieel niveau). Bovendien zijn het Associatiecomité (op het niveau van hoge ambtenaren) en het Parlementair Associatiecomité verplicht regelmatige contacten te organiseren met hun vertegenwoordigers om hun standpunten inzake de verwezenlijking van de doelstellingen van de associatieovereenkomst te vernemen (artikel 470).