INSTITUTIONELE AANGELEGENHEDEN EN EU-BEGROTING

Het Verdrag van Lissabon markeerde het begin van een nieuw tijdperk, met nieuwe kansen voor burgers en de organisaties die hen vertegenwoordigen om mee te werken aan de beleids- en besluitvorming op EU-niveau, wat de democratische legitimiteit van Europese instellingen en hun activiteiten ten goede komt. In het licht van de brexit-onderhandelingen en de problemen op geopolitiek, veiligheids-, economisch en sociaal gebied waar de EU momenteel mee te maken heeft, is voor de EU-27 een nieuwe discussie over de toekomst van de EU opgestart.

De Europese Unie beschikt over een begroting om het beleid op Europees niveau te bekostigen. Deze begroting bedraagt ongeveer 1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) van de EU-28, ofwel 157.9 miljard EUR (2017). Circa 94% van het EU-budget wordt gebruikt om programma’s en projecten in de lidstaten en buiten de EU te financieren. Om en nabij 6% van het budget gaat op aan administratieve kosten. Het geld is grotendeels afkomstig van nationale bijdragen, die uitgaande van het bni en de btw-inkomsten worden berekend, en van traditionele eigen middelen (douanerechten op invoer van buiten de EU). De grootste uitgavenposten zijn groei (vergroten van het concurrentievermogen voor groei, werkgelegenheid en economische, sociale en territoriale cohesie), natuurlijke hulpbronnen (landbouw en visserij), veiligheid, burgerschap, buitenlands beleid en administratie.

Het EESC over institutionele aangelegenheden en EU-begroting

Het EESC heeft actief bijgedragen aan wijzigingen in de EU-verdragen en hervormingen van de instellingen. Door middel van zijn adviezen, waarin het de standpunten van het maatschappelijk middenveld vertolkt, zal het die lijn doortrekken tijdens de discussie over de toekomst van Europa en zijn instellingen.

Het EESC zou graag zien dat het EU-budget gebruikt wordt om de economische groei en de werkgelegenheid weer een impuls te geven, innovatie en concurrentievermogen te bevorderen en interne en externe problemen het hoofd te bieden. Ook moet er meer aandacht worden besteed aan de resultaten die worden geboekt met het EU-budget. Een nieuw systeem ter financiering van het EU-budget dat meer leunt op de eigen middelen zou een eind moeten helpen maken aan de discussies over het nettosaldo van elk van de lidstaten, die op gespannen voet staan met de idee van solidariteit en wederzijds voordeel waar de Europese integratie op gestoeld is. Eenvoudiger procedures voor de besteding van het budget en meer flexibiliteit bij de aanpak van dringende problemen zijn van doorslaggevend belang.