Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is ingenomen met de inspanningen van de Commissie om de maatregelen voor de vrijwillige terugkeer van migranten en hun re-integratie in hun land van herkomst te harmoniseren, maar twijfelt aan de haalbaarheid van sommige van de voorstellen en is bezorgd dat vrijwillige terugkeer kan neerkomen op uitzetting uit de EU.

Het EESC wijst erop dat het proces van vrijwillige terugkeer in de meeste gevallen niet goed verloopt, wegens gebrek aan medewerking van de landen van herkomst en wegens onwil van de illegaal verblijvende migranten om terug te keren.

Het Comité heeft zijn standpunt uiteengezet in zijn advies over de “Strategie inzake vrijwillige terugkeer en re-integratie”, dat tijdens de septemberzitting is goedgekeurd en waarin het de strategie, een van de hoofddoelstellingen van het nieuwe migratie- en asielpact, onder de loep neemt.

Het EESC herhaalt zijn eerdere kritiek op het pact, dat vrijwel uitsluitend is gericht op de bestrijding van irreguliere migratie, of dat nu aan de grens is of via vrijwillige en gedwongen terugkeer, terwijl een integrale kijk op migratiebeheer waarbij legale en veilige mobiliteit wordt bevorderd, ontbreekt. Het Comité beschouwt dit als een strategische tekortkoming van het migratie- en asielbeleid van de EU.

“Voor irreguliere migratie geldt: beter voorkomen dan genezen. Dit betekent dat we moeten zorgen voor veilige en doeltreffende reguliere migratiekanalen naar de EU. Als we daarin slagen, kan ook de irreguliere migratie worden ingedamd”, zei José Antonio Moreno Díaz, rapporteur voor het advies.

De huidige versnipperde aanpak leidt tot een aantal ongerijmdheden.

Zo kunnen de stimulansen die nu aan landen van herkomst wordt geboden, hen juist ontmoedigen om irreguliere migratiestromen aan te pakken, omdat deze stimulansen worden geboden in het kader van programma’s die om illegaal verblijvende personen draaien.
Het EESC is met name bezorgd over de doelstelling van het pact om meer migranten snel vrijwillig te laten terugkeren vanaf de buitengrenzen van de EU.

“Gaat het hier om vrijwillige terugkeer of om uitzettingen? Het EESC vreest dat “vrijwillige terugkeer” wel eens een eufemisme zou kunnen worden voor uitzetting of voor het bieden van financiële compensatie aan landen van bestemming die deze repatrianten opnemen, zonder voldoende oog te hebben voor hun wensen of, verontrustender nog, voor hun rechten”, aldus de heer Moreno Díaz.

Het EESC concludeert dat voor de samenwerking met derde landen in al haar facetten moet gelden dat zij het internationaal publiekrecht in acht nemen en de mensenrechten en de fundamentele vrijheden beschermen.