traffic sign: urban - to the right, rural - dead end

We moeten voorkomen dat de landelijke en stedelijke gebieden verder uiteengroeien en het beleid beter coördineren om de kloof te overbruggen. Het nieuwe GLB alleen zal niet volstaan voor een nieuw evenwicht tussen deze onderling samenhangende gebieden. Wil Europa ongelijkheid echt aanpakken, dan is een breder scala aan beleidsmaatregelen en financieringsinstrumenten geboden.

In een tijdens de zitting van april goedgekeurd informatief rapport heeft het EESC op verzoek van de Commissie een aanvullende evaluatie gemaakt van de mate waarin de instrumenten en maatregelen in het kader van het huidige gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de EU voor de periode 2014-2020 hebben bijgedragen tot een evenwichtige territoriale ontwikkeling in plattelandsgebieden.

Op basis van raadplegingen in vijf geselecteerde EU-landen (Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië en Spanje) is het EESC nagegaan hoe het GLB beter kan bijdragen aan de terugdringing van sociale en economische onevenwichtigheden in plattelandsgebieden.

Gebrek aan samenhang tussen de EU-beleidsgebieden

Hoewel het GLB het belangrijkste beleidsterrein is voor de financiering en instandhouding van de werkgelegenheid in de landbouw is er ook voor andere financieringsprogramma’s, in aanvulling op het GLB, een cruciale rol weggelegd. De samenhang met ander EU-/nationaal/lokaal beleid werd echter niet optimaal geacht voor zover het sociaal beleid, voedselbeleid, milieubeleid, onderzoek en innovatie, en handel betrof. Ecologische, economische en sociale duurzaamheid moeten hand in hand gaan.

Aanbevelingen voor het toekomstige GLB

LEADER en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling (CLLD) bleken potentieel de meest doeltreffende van alle GLB-maatregelen te zijn. Hiervoor moeten echter in veel grotere mate middelen worden uitgetrokken en moet een en ander worden geoptimaliseerd. De inbreng van maatschappelijke organisaties is van cruciaal belang om de programma’s goed te laten functioneren en ervoor te zorgen dat er terdege rekening wordt gehouden met de lokale behoeften”, aldus EESC-rapporteur Piroska Kállay.

In het kader van het GLB 2014-2020 werd ook sociale landbouw als een doeltreffende maatregel gezien, die verder moet worden ondersteund.

De positieve impact van de GLB-maatregelen op de werkgelegenheid in plattelandsgebieden bleek in de meeste landen onvoldoende. In de bezochte landen hebben diverse partijen het belang van sociale conditionaliteit sterk benadrukt: “Arbeidsrechten en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden moeten daarom worden gewaarborgd door sociale voorwaarden in de GLB-financiering”, zo luidde de conclusie van mevrouw Kállay.

Er moet voorts een waarnemingspost voor plattelandsontwikkeling worden opgericht. (mr)