Het EESC heeft tijdens zijn decemberzitting het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake de ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen verwelkomd als een belangrijke stap in de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme in de EU. Hoewel de situatie in sommige lidstaten over het algemeen is verbeterd, is het percentage bevroren of geconfisqueerde criminele vermogensbestanddelen in de hele EU nog altijd uiterst laag.

De nieuwe richtlijn zorgt voor een betere grensoverschrijdende samenwerking tussen alle autoriteiten die betrokken zijn bij de ontneming van vermogensbestanddelen, moedigt de EU-landen aan om nationale strategieën te ontwikkelen en verplicht hen om ten minste één bureau voor de ontneming van vermogensbestanddelen op te richten, een gespecialiseerd orgaan voor het opsporen en identificeren van opbrengsten van misdrijven en andere met misdrijven verband houdende vermogensbestanddelen, aldus het EESC in zijn advies over de ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen, dat tijdens de zitting van december werd goedgekeurd.

“Wij zijn zeer te spreken over het voorstel van de Commissie, omdat het beantwoordt aan de behoefte om het toepassingsgebied van de confiscatiemechanismen te verruimen. Het voorziet ook in grensoverschrijdende samenwerkingsmechanismen om het percentage ontnemingen te verhogen. Momenteel zijn de percentages erg laag: slechts 2 % van de criminele vermogens wordt bevroren en slechts 1 % wordt geconfisqueerd”, aldus de rapporteur voor advies, Ionuţ Sibian.

De nieuwe richtlijn voegt ook een belangrijke lijst van misdrijven toe aan die van de confiscatierichtlijn uit 2014. Enkele voorbeelden daarvan zijn orgaanhandel, ontvoering, milieumisdrijven en handel in gestolen voertuigen.

Daar staat tegenover dat de smokkel van migranten en de illegale tabakshandel niet expliciet in het toepassingsgebied van de richtlijn worden opgenomen, ondanks de aanzienlijke inkomsten die deze criminele markten jaarlijks genereren, nl. naar schatting respectievelijk 289,4 en 8 309,3 miljoen EUR.

Het EESC verzoekt de Europese Commissie ambitieuzer te zijn voor wat betreft het sociaal hergebruik van geconfisqueerde vermogensbestanddelen en de lidstaten in dit verband een minimumpercentage op te leggen.

“Het is erg belangrijk dat de getroffen gemeenschappen rechtstreeks schadeloosstelling ontvangen en de vruchten daarvan plukken. Op dit gebied is nu sprake van stagnatie, terwijl we ontwikkelingen verwachtten. Het maatschappelijk middenveld moet worden betrokken bij het beheer van en de beschikking over geconfisqueerde vermogensbestanddelen”, aldus Sibian.

Het EESC verzoekt de Commissie tot slot om de rechten van slachtoffers op schadeloosstelling nauwkeuriger te omschrijven en vindt dat slachtoffers voorrang moeten krijgen in de rangorde van schuldeisers. (ll)