Door de groep Werknemers van het EESC

In een tijd waarin verschillende crises en transities het arbeidsbestel veranderen, kan de sociale dialoog een onmisbaar instrument zijn om drie kerndoelstellingen te verwezenlijken: anticiperen op en omgaan met veranderingen als gevolg van de groene, digitale en demografische transities; betere preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten; en een betere paraatheid voor mogelijke toekomstige gezondheidscrises.

Naast de sociale dialoog moet de EU waar nodig met nieuwe regelgeving komen, richtsnoeren opstellen voor onder meer telewerk, en de Europese kaderovereenkomst van 2002 bijwerken.

De pandemie is de gelegenheid om nieuwe collectieve mogelijkheden te creëren om toekomstige crises het hoofd te bieden en de gevolgen ervan voor de gezondheid en veiligheid op het werk te verzachten. De herstelplannen moeten de rol van de sociale partners versterken in de lidstaten waar zij het minste gewicht in de schaal leggen.

De kosten van beroepsziekten zoals hartaandoeningen en burn-out moeten nauwlettend in de gaten worden gehouden om op het juiste niveau passende maatregelen vast te stellen, in overeenstemming met “Vision Zero”, een aanpak om een einde te maken aan werkgerelateerde sterfgevallen in de EU.

Maatregelen inzake de veiligheid en gezondheid op het werk die via de sociale dialoog worden uitgevoerd, dragen positief bij tot de gezondheid van werknemers, kunnen de rentabiliteit van bedrijven verbeteren, en verminderen de kosten op het gebied van de gezondheidszorg en in verband met ziekteverzuim. De kosten voor de samenleving van werkgerelateerde letsels en ziekten worden op 3,3 % van het bbp van de EU geraamd (476 miljard EUR), oftewel ruim de helft van de middelen van het herstelplan.

Daarom moet een preventiecultuur tot stand worden gebracht, onder meer door de actoren in de sociale dialoog op te leiden, de bewustwording van nieuwe risico’s te vergroten en de beschikbare middelen te versterken en te verspreiden.

De bipartiete onderhandelingen tussen de Europese sociale partners zijn van cruciaal belang om de problemen inzake gezondheid en veiligheid op het werk aan te pakken. De tenuitvoerlegging van de autonome overeenkomsten is echter soms ongelijk, naargelang van de relatieve sterkte van de sociale dialoog en gezien de verscheidenheid aan arbeidsverhoudingenstelsels in de lidstaten. Daarom is er behoefte aan regelgeving voor bepaalde problematieken, zoals psychosociale risico’s en spier- en skeletaandoeningen. (prp)