Het EESC is ingenomen met het voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden bij platformwerk en juicht dit toe als een hoognodige stap op weg naar duidelijke en welomschreven criteria voor de kwalificatie van arbeidsverhoudingen en voor de regulering van het gebruik van algoritmen bij de aanwerving en indienstneming van platformwerkers.

Volgens het EESC is het gebruik van een bindend rechtsinstrument, een richtlijn, om platformwerk te reguleren gerechtvaardigd, omdat de extreme verscheidenheid aan arbeidsvoorwaarden en wetgeving in elke lidstaat vaak leidt tot een slechte behandeling van platformwerkers en tot een afbrokkeling van de nationale en EU-arbeidsbeschermingsnormen. Het advies hierover werd tijdens de zitting in maart met 149 stemmen vóór en 80 tegen, bij 17 onthoudingen, goedgekeurd.

De rapporteur voor het advies, Cinzia del Rio, zei het volgende: We zien duidelijke voorbeelden van discriminatie en ongelijke behandeling van platformwerkers in de EU. De situatie in de lidstaten is zeer divers: overal zijn er regelgevingsknopen die moeten worden ontward. Met de voorgestelde richtlijn wordt beoogd een flexibel regelgevingskader tot stand te brengen, dat op nationaal niveau kan worden aangepast en rekening houdt met de verschillende arbeidsomstandigheden van de mensen.

Veruit de belangrijkste kwestie is de juridische kwalificatie van de arbeidsverhouding en het duidelijke onderscheid met echte zelfstandige arbeid. Er moet duidelijk worden vastgesteld wie de wettelijk verantwoordelijke werkgever is, zowel om te zorgen voor een correcte betaling van belastingen en sociale bijdragen als om collectieve onderhandelingen mogelijk te maken. Volgens het EESC is de tekst van het Commissievoorstel op dit punt echter te algemeen en te vaag, evenals op een aantal andere punten, zoals het recht van zowel werknemers als vakbondsvertegenwoordigers op informatie en raadpleging.

De huidige rechtsonzekerheid werkt in sommige situaties wellicht het ontstaan en de verspreiding van zwartwerk in de hand, evenals betreurenswaardige situaties van uitbuiting en wedijver tussen platformwerkers onderling, die mogelijk ook het slachtoffer zijn van illegale onderaannemingspraktijken, aldus het EESC. 

De groep Werkgevers van het EESC had een tegenadvies ingediend, dat meer dan 30 % van de uitgebrachte stemmen behaalde en als bijlage bij het goedgekeurde advies wordt gepubliceerd. De groep Werkgevers is tegen het gebruik van een richtlijn om platformwerk te reguleren, omdat ze vreest dat zulke bindende wetgeving op een standaardoplossing zal neerkomen. Dit zou een belemmering kunnen vormen voor innovatie en voor investeringen in de oprichting en ontwikkeling van digitale platforms in de EU.

De groep Werkgevers is ook tegen de invoering van een wettelijke EU-definitie van wie werknemer en wie zelfstandige is op platforms, aangezien zo’n definitie volgens haar geen recht zou doen aan de diverse modellen die in de verschillende landen worden gebruikt, noch gelijke tred zou kunnen houden met de dynamische ontwikkelingen op de arbeidsmarkten. (ll)