Het aantal mensen dat in armoede leeft, kan de komende tien jaar gehalveerd worden, aldus de speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten tijdens de EESC-zitting van januari, waarop hij de bevindingen van zijn missie aan de EU-instellingen bekendmaakte.

Armoedebestrijding moet behoren tot de topprioriteiten van het komende actieplan van de Europese Commissie voor de tenuitvoerlegging van de Europese pijler van sociale rechten (EPSR), aldus Olivier De Schutter, de speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten.

De Schutter wees erop dat armoede in de EU steeds meer vrouwen en eenoudergezinnen treft.

Hij waarschuwde ook dat de Green Deal van de Commissie weliswaar een sterke sociale dimensie heeft, maar geen vervanging is voor een strategie om armoede te bestrijden: “Armoedebestrijding zelf is niet als doel vastgelegd in de Green Deal.”

Hij verklaarde dat er drie factoren zijn vastgesteld die de bestrijding van armoede in de EU structureel bemoeilijken:

  • Fiscale dumping tussen de EU-landen, waarbij de belastingdruk de afgelopen 20 jaar geleidelijk is verschoven van bedrijven en meest vermogende particulieren naar werknemers, consumenten en gezinnen met een laag inkomen.
  • Sociale voorwaarden en arbeidskosten, met beleidsmaatregelen om beter op basis van kosten te kunnen concurreren door de lonen en de door de werkgevers betaalde sociale premies te verlagen.
  • Het macro-economische kader binnen de Economische en Monetaire Unie, met name het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Dit pact moet zo snel mogelijk worden herzien, waarbij sociale investeringen in gezondheid en onderwijs buiten beschouwing moeten worden gelaten bij begrotingsdisciplinaire maatregelen.

Volgens De Schutter moet het actieplan van de Commissie voor de tenuitvoerlegging van de Europese pijler van sociale rechten de volgende drie ambitieuze doelstellingen bevatten:

  • Een strategie om de armoede in de periode tot 2030 terug te dringen, met als ambitieus doel het aantal mensen dat in armoede dreigt te geraken te halveren.
  • Een kindergarantie die vijf essentiële gebieden bestrijkt: toegang tot onderwijs, kinderdagopvang, voeding, huisvesting en gezondheidszorg. Dit zou inhouden dat gezinnen worden ondersteund door te zorgen voor een fatsoenlijk inkomen, werk en toegang tot uitkeringen.
  • Een nieuw juridisch bindend instrument voor minimuminkomensregelingen, dat ervoor zorgt dat dergelijke regelingen in de hele EU toereikend zijn en de lidstaten een gemeenschappelijke methodologie volgen.

Volgens EESC-voorzitter Christa Schweng dreigde zelfs al vóór COVID-19 één op de vijf mensen in de EU getroffen te worden door armoede en sociale uitsluiting en schieten onze ontwikkelde Europese samenlevingen op dit punt tekort: “Een van de beste manieren om mensen uit de armoede te halen en armoede te voorkomen is het opbouwen van maatschappelijke en individuele veerkracht.”

Volgens haar is er niet alleen behoefte aan financiering, maar ook aan een op rechten gebaseerde aanpak, waarbij mensen die in armoede zijn geraakt niet alleen als rechthebbenden worden beschouwd, maar ook als actoren die veranderingen in gang kunnen zetten. De belofte om niemand buiten de boot te laten vallen impliceert dat mensen (opnieuw) in staat worden gesteld om een positieve rol in de samenleving te vervullen, aldus Schweng. (at/mp)