European Economic
and Social Committee
Het plan om Europa te herbewapenen
door Nicolas Gros-Verheyde
Tijdens een speciale topbijeenkomst op 6 maart jl. hebben de 27 EU-lidstaten ingestemd met het door Commissievoorzitter Ursula von der Leyen gepresenteerde plan “ReArm Europe”. Dit plan bestaat uit vijf pijlers met voorstellen die zeker interessant zijn, maar waarover het laatste woord nog niet is gezegd.
De eerste pijler betreft flexibiliteit in het stabiliteits- en groeipact.
De Commissie stelt voor om de ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact in werking te stellen, zodat de lidstaten de defensie-uitgaven met 1,5 % van het bbp kunnen verhogen zonder het gevaar te lopen dat er een buitensporigtekortprocedure wordt opgestart. Dit kan volgens de Commissie over een periode van vier jaar bijna 650 miljard EUR extra opleveren voor defensie-uitgaven. Ursula von der Leyen stelt dat Europa zijn defensie-uitgaven aanzienlijk moet opvoeren.
De tweede pijler betreft een nieuw leningsinstrument voor defensiedoeleinden.
Dit instrument, ter waarde van ca. 150 miljard EUR, zou gefinancierd moeten worden met leningen uit de EU-begroting volgens een systeem dat vergelijkbaar is met macrofinanciële bijstand. Bedoeling is dat het wordt gebruikt op prioritaire gebieden waar ernstige tekortkomingen bestaan: lucht- en raketafweer (het Duitse initiatief inzake een Europees ruimteschild), artilleriesystemen, raketten en munitie, drones en droneafweersystemen, strategische hulpmiddelen, bescherming van kritieke infrastructuur (ook met betrekking tot de ruimte), militaire mobiliteit, cyberdefensie, artificiële intelligentie en elektronische oorlogvoering.
Om de zaak te bespoedigen stelt de Commissie voor een beroep te doen op artikel 122 van het Verdrag, dat louter in uitzonderlijke omstandigheden wordt gebruikt en waarvoor slechts de instemming van de lidstaten in de Raad van de EU nodig is: het Europees Parlement wordt van een desbetreffend besluit alleen in kennis gesteld. Deze omzeiling van het democratische proces zou kunnen worden aangevochten. Het plan om de Europese defensie te versterken werd goedgekeurd op de top van Versailles in maart 2022. Dat is drie jaar geleden! Dit plan kan dus bezwaarlijk “urgent” worden genoemd.
De derde pijler betreft het gebruik van regionale fondsen.
Op korte termijn, zo benadrukt de Commissie, kan de EU met het Europese budget “meer doen” door middelen van bepaalde begrotingslijnen te herschikken. Ze stelt voor om de lidstaten de mogelijkheid te geven cohesiebeleidsprogramma’s te gebruiken om de defensie-uitgaven te verhogen en wil de procedure voor vrijwillige overdrachten naar andere EU-fondsen met defensiedoeleinden vergemakkelijken.
Dit zou forse bezuinigingen in de huidige meerjarenbegroting (2021-2027) vereisen. De vraag is: moeten we sociale of regionale cohesie opofferen voor onze defensie? Deze kwestie moet nader worden besproken.
Tegelijkertijd zou het STEP-platform voor strategische technologieën verder worden kunnen gemobiliseerd door het uit te breiden tot alle technologieën in de defensiesector. Een andere mogelijkheid is volgens de Commissie het versoepelen van bestaande beperkingen, zoals mededingingsregels of regels voor voorfinanciering en medefinanciering.
De vierde pijler betreft leningen van de Europese Investeringsbank (EIB).
De EIB en haar aandeelhouders (de lidstaten) hebben zich herhaaldelijk uitgesproken tegen verdere maatregelen om kredieten puur voor de militaire sector te verlenen; ze geven de voorkeur aan leningen voor producten voor tweeërlei gebruik. De Commissie dringt er dan ook op aan om het beleid van de EIB te wijzigen.
De vijfde pijler betreft het vrijmaken van particulier kapitaal.
Het doel is om de toegang van defensiebedrijven tot kapitaal/financiering – een terugkerend probleem voor de sector – te optimaliseren. Dit idee zou moeten worden opgenomen in de Commissiemededeling over een “spaar- en investeringsunie”.