European Economic
and Social Committee
Opvang van Oekraïense vluchtelingen in Roemenië
door Ionuţ Sibian, Roemeens lid van het EESC
In Roemenië hebben verschillende maatschappelijke organisaties,waaronder Fonss, Afterhills Association, Parentis Association en Our Smile Group Association, de handen ineengeslagen met de gemeente Iasi om in een opvangcentrum Oekraïense oorlogsvluchtelingen te helpen. Het volgende verhaal, opgetekend door mijn collega Mihaela Muntean, illustreert welke ontroerende ervaringen ons zoal ten deel vallen.
Bij de eerste vluchtelingen die aankwamen in het Centrum voor humanitaire en sociale hulp aan vluchtelingen “CTR Nicolina Iasi” was de twee weken oude baby Iovana, teer en stil in de armen van haar al even stille moeder, die bleek oogde na de bevalling in een schuilplaats en een reis van 21 dagen. Toen verschenen de anderen: Iovana’s vader Roman, zijn moeder en zijn 86 jaar oude opa. Vier generaties. Vanuit de volgepakte auto begaven ze zich langzaam naar de receptie.
- Waar komen jullie vandaan?
- Charkov!
Het antwoord klonk schril en ijzig als een vonnis.
Officieel waren wij nog niet open, maar een collega had vanaf de grensovergang gebeld met de vraag of we ze konden opvangen, dus hebben we ze ondergebracht op de twee verdiepingen van het centrum die we hebben ingericht voor kwetsbare personen.
De baby was drie dagen na hun vertrek in oorlogsomstandigheden geboren. De jonge moeder moet vreselijke angsten hebben doorstaan. Vader Roman stond voor een hartverscheurende keuze: enerzijds moest hij de wapens opnemen, anderzijds moest hij zijn kwetsbare naasten beschermen.
Nadat ze met hun spullen uit de auto waren gestapt, zeiden ze dat maar één ding wilden: slapen. Na de eerste nacht vertelden ze me dat het in ons huis zo rustig was. Maar het kleine meisje was rusteloos en de oude man, die slechtziend was, zei tegen niemand een woord. Hij had als kind de oorlog meegemaakt. Getekend door ouderdom en leunend op zijn wandelstok droeg hij een leven vol herinneringen met zich mee die hij niet had kunnen achterlaten. Hij kwam met moeite overeind en schuifelde van de ene bank naar de andere bank.
Op de eerste dag in het centrum werd Iovana eens goed gewassen en kreeg ze een babymassage van ons Parentis-team. Al ons werk draaide om dit gezin. De volgende ochtend waren ze, na goed te hebben doorgeslapen, wat meer uitgerust. De kleine was niet eens wakker geworden om te drinken.
Daarna volgden enkele vreedzame dagen, met een spraakzame en lieve oma, een discrete en vriendelijke moeder en een schattige baby. Roman werd al snel de man die te hulp schoot als er een nieuwe vluchtelingengroep aankwam. Hij zette zich op alle mogelijke manieren in, wellicht omdat hij graag iets wilde terugdoen. Samen wasten we kleren en hingen we de was op, en we vertelden verhalen. De oude man sterkte voldoende aan om op begroetingen te reageren en verscheen telkens stipt op tijd voor het eten.
De stemming sloeg een paar dagen later echter weer om toen Romans moeder, vrouw en dochtertje een poging deden om naar België te vertrekken. Op de luchthaven bleek dat alleen zijn moeder mocht vertrekken. Romans echtgenote beschikte namelijk niet over een biometrisch paspoort.
Wat moet Romans moeder gevoeld hebben toen ze haar zoon, kleindochter en vader achterliet? Toen Roman terugkwam met het kind in zijn armen, waren we allemaal ontdaan. Uiteindelijk wisten ze toch een manier te vinden om de jonge moeder en de baby te laten vertrekken. De mannen bleven zwijgend en terneergeslagen achter, elk van hen onmachtig in de eigen gedachten verzonken. Korte tijd later zijn ze verder gereisd. Wat ons restte, was de herinnering aan een tijdelijke collega, de herinnering aan de vreugde die wij allen voelden op de ochtend dat de moeder zei dat het kleine meisje tot rust was gekomen en als een roos had geslapen, en een door Roman geschreven bedankbriefje waarin stond dat zij uitermate blij waren met het wonder genaamd Iovana: het kind dat, terwijl er om haar heen mensen stierven, toch geboren wilde worden.