European Economic
and Social Committee
De toekomst van het vervoer in de EU moet duurzaam, sociaal en slim zijn: dat is de uitdaging voor een sector die de afgelopen jaren ingrijpende veranderingen heeft ondergaan en bovendien zwaar is getroffen door de COVID-19-pandemie. Tijdens het plenaire debat over de nieuwe vervoersstrategie van de Commissie op 28 april 2021 wees EESC-voorzitter Christa Schweng erop dat Europa een visie nodig heeft voor Europa zoals dat er na COVID-19 uit zal zien; wat het vervoer betreft, zou die visie duurzame, slimme en veerkrachtige mobiliteit moeten omvatten.
Op dezelfde golflengte zat Adina Vălean, Europees commissaris voor vervoer, die benadrukte dat de pandemie de algemene visie van de Commissie op vervoer niet heeft veranderd: die visie is stevig verankerd in de Green Deal en berust op twee pijlers: decarbonisatie en digitalisering.
Over het geheel genomen staat het EESC achter de algemene aanpak om de strategie van de Commissie voor duurzame en slimme mobiliteit af te stemmen op de doelstellingen van de Europese Green Deal. In het door Stefan Back en Tanja Buzek opgestelde advies, dat op 27 april 2021 is goedgekeurd, vraagt het EESC zich wel af of de aanpak wel het juiste evenwicht biedt tussen technische maatregelen en vervoersbeleid.
Veel van de maatregelen die met het oog op duurzaamheid en digitalisering worden voorgesteld, hebben brede gevolgen voor de eengemaakte markt en werknemers in de vervoersector. Helaas besteedt de strategie niet genoeg aandacht aan deze aspecten, wat de succesvolle uitvoering ervan kan ondermijnen. Bovendien is een duurzame en digitale transformatie van het EU-vervoer alleen mogelijk als de sector als geheel en de daaraan gerelateerde industriële basis van de EU concurrerender worden gemaakt. (mp)