European Economic
and Social Committee
Breadcrumb
- Home
- Current: De strijd tegen desinformatie moet snel worden opgevoerd
De strijd tegen desinformatie moet snel worden opgevoerd
De strijd tegen desinformatie moet snel worden opgevoerd
EESC Info: U bent de rapporteur voor het advies dat het EESC tijdens de zitting in december 2021 heeft goedgekeurd over de richtsnoeren van de Europese Commissie voor het versterken van de praktijkcode betreffende desinformatie. In hoeverre vormt desinformatie een bedreiging voor de democratie en wat moet het maatschappelijk middenveld doen en welke instrumenten zijn nodig om de verspreiding van nepnieuws te voorkomen?
Thierry Libaert: Desinformatie vormt een bedreiging voor democratieën omdat zij ons vertrouwen in openbare instellingen of de wetenschap ondermijnt. Tussen complexe waarheid en onjuiste maar gemakkelijk te begrijpen informatie verkiezen we vaak het laatste. Desinformatie is meer dan een kwestie van goedgelovigheid: soms wordt nepnieuws verspreid voor geopolitieke doelstellingen of om te destabiliseren, met name bij verkiezingen.
Centraal in het advies waarover op 9 december 2021 werd gestemd, staat de oproep aan de Europese Commissie om niet alleen de gevolgen van desinformatie aan te pakken, maar ook krachtiger op te treden om het ontstaan ervan te voorkomen. We kunnen altijd proberen de gevolgen van een brand te beperken, maar het is nuttiger om in de eerste plaats te voorkomen dat vlammen verschijnen.
Desinformatie kan op veel verschillende manieren worden bestreden. Een mogelijkheid is het aanpakken van de tegeldemaking ervan. Samen met onze werkgroep zijn we er ons van bewust geworden dat er echt sprake is van winstgevende handel in desinformatie. Omdat onjuiste informatie gemiddeld zes keer sneller circuleert dan echte informatie en meer wordt gedeeld en becommentarieerd, zorgt zij voor meer activiteit op internetplatforms. Dit bevordert de kans op reclame-inkomsten. Naar schatting wordt op deze manier jaarlijks meer dan 400 miljoen euro verspild.
We mogen er niet van uitgaan dat desinformatie zich beperkt tot sociale netwerken en grote digitale platforms. Ook de traditionele media dragen verantwoordelijkheid, in het bijzonder nieuwszenders die pseudodeskundigen aan het woord laten. De media moeten waakzamer zijn ten aanzien van de kwaliteit van hun gasten en er moet worden ingezet op mediawijsheid om het publiek in staat te stellen informatie beter te analyseren.
De strijd tegen desinformatie mag in geen geval worden gebruikt als voorwendsel om de vrijheid van meningsuiting te ondermijnen. We leggen bijzondere nadruk op het belang van mediawijsheid, omdat er zo voor kan worden gezorgd dat iedereen het onderscheid kan maken tussen wetenschappelijke gegevens enerzijds en overtuigingen of meningen anderzijds. De aanhangers van Donald Trump in de VS en de populisten in Europa, met name degenen die in het VK de aanzet gaven tot de brexit, zijn er een duidelijk bewijs van hoe de verspreiding van onjuiste informatie een bedreiging vormt voor onze democratieën.
De strijd tegen desinformatie moet snel worden opgevoerd. Dat is de boodschap die ons Comité heeft willen geven.