European Economic
and Social Committee
Sinds 2008 hebben we de ene crisis na de andere te verwerken gekregen. Veel mensen vragen zich bevreesd af wat er ons nog te wachten staat, in een wereld met steeds meer onzekerheden. Hoewel de meeste crises van buiten kwamen, is de Unie er steeds in geslaagd om de problemen te boven te komen, kwesties die haar soms in haar voortbestaan bedreigden. Daar zijn we goed in, maar tegelijkertijd staan we ook voor uitdagingen. Gaan we daar even goed mee om?
Wanneer ik zie hoe de Unie het herstelfonds inzet om de sociale en economische gevolgen van de pandemie te bestrijden en tegelijkertijd de groene en digitale transitie te versnellen, ben ik hoopvol! We combineren crisisbeheer met een langetermijnvisie, en dat is in het huidige politieke klimaat, waarin kortetermijndenken en -handelen primeren, allesbehalve vanzelfsprekend.
Het bereiken van koolstofneutraliteit tegen 2050 is niet alleen letterlijk levensbelangrijk voor ons voortbestaan, maar moet ons ook helpen om de economie concurrerend te houden. We mogen niet dezelfde fouten maken als bij de digitale revolutie. Die trein hadden we bijna gemist.
Een echt klimaatbeleid zal ons ook helpen met een andere cruciale doelstelling: strategische autonomie van de EU of een bepaalde vorm van Europese soevereiniteit, dat wil zeggen minder afhankelijkheid van de invoer van fossiele brandstoffen, zoals Russisch gas. De Green Deal zal zowel klimaatgerelateerde als economische kwesties vooruithelpen, en leiden tot een grotere autonomie. Hierbij geldt steeds dat al deze aspecten met elkaar verbonden zijn.
Ik ga nog een stap verder. Als de Unie een geopolitieke rol wil spelen, moet zij concurrerend zijn, omdat de economie bepalend is voor het machtsevenwicht in de wereld. Daarom zijn de groene en de digitale transitie zo belangrijk. Daarom moeten we met één stem blijven spreken op het gebied van handel, zoals we hebben gedaan bij de brexit, bij de vrijhandelsovereenkomsten met onder meer Japan, en bij de investeringsovereenkomst met China. Zelfs in het Trump-tijdperk is de voorzitter van de Europese Commissie erin geslaagd een handelsoorlog te voorkomen omdat we de rangen gesloten hielden. Maar geopolitiek kunnen we alleen echt relevant zijn als we veel minder afhankelijk worden van andere mondiale spelers op tal van gebieden: digitale technologie, energie, migratie, financiële diensten (dit betekent ook minder afhankelijkheid van de Londense City en van de Amerikaanse dollar), voedsel, volksgezondheid enz. Dit kan alleen als we de krachten bundelen op industrieel niveau. Omvang en schaalgrootte doen ertoe. We boeken vooruitgang op al deze gebieden, maar soms verloopt die vooruitgang te traag. We moeten strategischer denken, minder naïef en meer Europees.
Ik hoop dat met de conferentie over de toekomst van Europa ook onze interne uitdagingen worden aangepakt. We leven in een nieuwe wereld, zowel technologisch, demografisch, economisch, ecologisch als geopolitiek gezien. De ontwikkelingen gaan sneller dan we dachten of vreesden. Ja, alles is urgent geworden.
Binnen de Unie moeten we sociale en politieke stabiliteit bewaren of herwinnen. De pandemie heeft nieuwe ongelijkheden gecreëerd en oude ongelijkheden vergroot. De arbeidsmarkten geven steeds meer een kloof te zien tussen hoogopgeleiden en lager opgeleiden, waardoor sommige groepen het gevoel kunnen hebben dat ze buiten de boot vallen, vooral nu de digitale revolutie echt begonnen lijkt. Het herstelfonds en de gezamenlijke aankoop van vaccins tonen dat er sprake is van Europese solidariteit. Ook op nationaal niveau is er nog veel werk aan de winkel om de sociale samenhang te verbeteren. De pandemie veroorzaakt een enorme stijging van het aantal armen, en de extreme armoede neemt wereldwijd weer toe, na decennialang te zijn afgenomen. Sociale cohesie is dus terecht een speerpunt voor het Europees Economisch en Sociaal Comité. Op politiek vlak hebben beleidsmaatregelen in een aantal landen de rechtsstaat, de vrijheid van meningsuiting, de mediavrijheid en daarmee vrije verkiezingen ondermijnd. Hier is tegen gereageerd.
Kortom, er zijn uitdagingen te over, en om ze de baas te kunnen moeten we eensgezind alles op alles zetten. Doemdenken zet geen zoden aan de dijk. Het is nu aan de burgers, hun overheden en hun organisaties om het verschil te maken.
Herman van Rompuy, voorzitter van het European Policy Centre