Op 9 november heeft de adviescommissie Industriële Reconversie (CCMI) een debat op afstand gehouden over de staalindustrie in de EU. Het debat, onder leiding van de nieuwe CCMI-voorzitter Pietro Francesco De Lotto, spitste zich toe op de overcapaciteit en het koolstofvrij maken van de internationale staalindustrie. De sprekers gingen in op de uitdagingen voor de Europese staalindustrie: het herstelplan voor de periode na COVID-19, het koolstofvrij maken van productieprocessen, EU-vrijwaringsmaatregelen en handel.

Staal is een essentieel goed in alle ontwikkelde en ontwikkelingslanden. De COVID-19-pandemie heeft vragen doen rijzen over de wereldwijde afhankelijkheid van de toeleveringsketen, vooral wanneer veel landen afhankelijk zijn van slechts één land.

De overproductie van de Chinese staalindustrie is een bron van zorg, aangezien China nu meer dan de helft van de wereldmarkt in handen heeft. In 2018 hebben de Verenigde Staten protectionistische heffingen ingevoerd om de Amerikaanse economie minder afhankelijk te maken van Chinese grondstoffen. Deze maatregel heeft de EU-markt ernstige schade toegebracht, aangezien de VS een belangrijke afnemer is van staal dat in de EU wordt geproduceerd.

Tegelijkertijd leveren landen over de hele wereld inspanningen om hun broeikasgasemissies te verminderen en worden er steeds meer initiatieven ontplooid om een circulaire economie op gang te brengen.

“We moeten ervoor zorgen dat staalsectoren die voldoen aan de voor deze transitie noodzakelijke milieunormen kunnen blijven concurreren met andere regio’s in de wereld waar dergelijke normen niet bestaan of ontoereikend zijn,” concludeerde voorzitter De Lotto aan het einde van het debat. “Hetzelfde geldt voor de normen inzake arbeidsomstandigheden en arbeidsrechten.”

Het EESC dringt dan ook aan op gelijke concurrentievoorwaarden voor Europese producenten en producenten uit derde landen. (tk/ks)