Door Rudolf Kolbe

Een aanzienlijk deel van de CO2-uitstoot in de EU en wereldwijd is afkomstig van de bouw. Het is daarom van groot belang de ecologische voetafdruk van de bouwsector te verkleinen. Dat kan in belangrijke mate door bouwen met hout te stimuleren, wat ook de groene transitie ten goede komt.

Hout bindt koolstof al voordat het een bouwmateriaal wordt (een boom bestaat voor ongeveer 50 % uit zuivere koolstof) en biedt ook veel andere voordelen: in veel landen kan hout op relatief korte afstand van bouwplaatsen uit duurzame bossen worden gehaald, de verwerking van hout is zelden lastig of schadelijk voor het milieu, en hout kan gemakkelijk opnieuw worden gebruikt. Uit vergelijkingen van de totale levensduur van ongeveer dezelfde gebouwen blijkt dat hout een haalbaar alternatief is wat betreft ingebedde energie, broeikasgasuitstoot, lucht- en watervervuiling en andere milieu-indicatoren.

Maar om het bouwen met hout te bevorderen en zo de klimaatdoelstellingen te helpen verwezenlijken, is het essentieel in aanbestedingsprocedures kwaliteitscriteria te hanteren, waaronder duurzaamheids- en levenscycluscriteria, en te kiezen voor passende aanbestedingsprocedures die ruimte bieden voor innovatieve oplossingen. Daarom moeten er strengere wettelijke verplichtingen voor kwaliteitsconcurrentie en klimaatvriendelijke overheidsopdrachten komen, alsmede maatregelen om publieke opdrachtgevers te leren om zulke criteria en verplichtingen toe te passen.

Verder zijn er minimumnormen nodig voor de totale koolstofuitstoot van gebouwen en de bijbehorende verplichte koolstofrapportage in de gehele bouwsector, naast juridische en technische randvoorwaarden die innovaties in het algemeen en met name in de houtbouw mogelijk maken.

Tot slot leveren geheel of gedeeltelijk houten gebouwen voor de bewoners en gebruikers ervan duurzame, inclusieve en mooie woon- en werkruimtes op.