European Economic
and Social Committee
EESC en IAO bundelen hun krachten om tijdens een conferentie op hoog niveau een eerlijke en inclusieve door AI aangestuurde toekomst vorm te geven
Artificiële intelligentie verandert de arbeidswereld in een ongekend tempo en brengt voor werknemers, bedrijven en beleidsmakers zowel kansen als uitdagingen met zich mee. Op 3 februari hielden het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) een gezamenlijke conferentie op hoog niveau onder de titel ‘Sociale rechtvaardigheid in het digitale tijdperk – de impact van AI op werk en samenleving'.
Op de conferentie op hoog niveau beraadslaagden prominente leiders — onder wie verschillende EU-ministers van werkgelegenheid — over strategieën om de mogelijkheden van AI te benutten en tegelijkertijd de risico’s voor de rechten van werknemers en de arbeidsmarkten aan te pakken. Dit evenement vormde een belangrijke bijdrage aan de wereldwijde coalitie voor sociale rechtvaardigheid: er werd benadrukt dat op zowel Europees als mondiaal niveau een gecoördineerde AI-governance nodig is. Deze conferentie op hoog niveau was gezamenlijk georganiseerd door de EESC-afdeling Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Burgerschap (SOC) en de IAO.
Oproep tot een ethische en inclusieve ontwikkeling van AI
Bij de opening van de conferentie onderstreepte EESC-voorzitter Oliver Röpke de dringende noodzaak van een mensgerichte benadering van AI: Artificiële intelligentie verandert onze samenlevingen en arbeidsmarkten nu al en brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee. Het EESC en zijn partnerorganisaties zijn vastbesloten om ervoor te zorgen dat AI een impuls geeft aan sociale rechtvaardigheid door de rechten van werknemers te versterken, inclusie te bevorderen en nieuwe ongelijkheden te voorkomen. Wil AI in de toekomst eerlijk en mensgericht zijn, dan zijn er collectieve maatregelen — van beleidsmakers, desociale partners en het maatschappelijk middenveld — nodig om ervoor te zorgen dat de technologie in hun voordeel en niet in hun nadeel werkt.
Gilbert F. Houngbo, directeur-generaal van de IAO, benadrukte het belang van proactief beleid om het ontwrichtende effect van AI op banen en werkplekken te beperken: We moeten AI zo vormgeven dat zij meer sociale rechtvaardigheid oplevert. Daarvoor zijn verschillende maatregelen nodig: werknemers ondersteunen, onder meer met opleidingen en sociale bescherming; bedrijven ongeacht hun omvang en overal ter wereld gemakkelijker toegang bieden tot AI-technologie om productiviteitsvoordelen te benutten; en ervoor zorgen dat bij de integratie van AI op de werkplek de rechten van werknemers beschermd worden en de sociale dialoog ruim baan krijgt in de digitale transitie.
Tijdens twee panels vertelden sprekers op hoog niveau over de uitdagingen en kansen die ze ervaren wanneer ze met behulp van AI proberen fatsoenlijk werk en inclusieve arbeidsmarkten te bevorderen en bij te dragen tot gendergelijkheid in de komende jaren. Tot de panelleden behoorden onder anderen de EU-ministers van Arbeid Agnieszka Dziemianowicz-Bąk (Polen), Yolanda Díaz (Spanje),Níki Keraméos (Griekenland) en Maria do Rosário Palma Ramalho (Portugal), alsook Anousheh Karvar, de afgevaardigde van de Franse regering bij de IAO en de G7-G20.
Tijdens de besprekingen werd benadrukt dat er weliswaar een risico kleeft aan de uitrol van AI, maar dat er geen reden is om ons daarom als 19e-eeuwse Engelse textielarbeiders tegen deze nieuwe technologie te verzetten. Wel moet goed worden gekeken naar de sociale dialoog en dienen werknemers te worden betrokken bij de uitrol van AI, met extra aandacht voor om- en bijscholing. Een correcte, gecontroleerde uitrol en regulering van AI zal grote schokken helpen voorkomen en ervoor zorgen dat deze technologie repetitieve taken kan verminderen, zonder dat dit per se gepaard hoeft te gaan met grootschalige ontslagrondes. (lm)