Als jonge afgevaardigde die voor het eerst een COP bijwoont, ga ik deze met een open geest en een vleugje naïef optimisme tegemoet. De wereldwijde temperaturen zijn deze week tot meer dan 2 graden boven de pre-industriële niveaus gestegen. Als dit feit, samen met de verschrikkelijke overstromingen, bosbranden, droogteperioden en aardbevingen die we alleen dit jaar al in de hele wereld hebben meegemaakt, niet genoeg is om het eens te worden over de beëindiging van het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals staat in het voorgestelde non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen, dan weet ik niet wat er dan wel voor nodig is.

Het is geen seconde te vroeg dat de werkzaamheden van onze delegatie gericht zullen zijn op landbouw en voedselzekerheid, het werkprogramma voor een rechtvaardige transitie en klimaatfinanciering. Zelf heb ik bijzondere belangstelling voor klimaatrechtvaardigheid en het snijvlak van klimaatverandering met gendergelijkheid en vrede & veiligheid.

Hoewel jongeren vrijwel nooit mogen aanschuiven aan de onderhandelingstafel, denk ik dat onze stem een cruciale rol speelt bij het vormgeven van de resultaten van de COP28. Ik ben ervan overtuigd dat als er vandaag klimaatakkoorden zijn – hoe ontoereikend ze ook mogen zijn in vergelijking met de werkelijke behoeften in dit opzicht – we dat te danken hebben aan de niet aflatende druk van jongeren op beleidsmakers. Ik geloof dat de stem van jongeren net zo belangrijk is en dat naar hen moet worden geluisterd, zeker als je bedenkt dat wij het langst geconfronteerd zullen worden met de gevolgen van het uitblijven van klimaatactie.

Mijn passie voor klimaatactie komt voort uit drie belangrijke factoren:

  • Het besef dat klimaatverandering geen onderscheid maakt en andere problemen, bijvoorbeeld op het gebied van gendergelijkheid en vrede en veiligheid, verergert.
  • De overvloed aan informatie die gemakkelijk toegankelijk is, waardoor jongeren zichzelf kunnen informeren en bewust worden van de wereldwijde gevolgen van klimaatverandering.
  • De frustratie over het gebrek aan klimaatactie door de besluitvormers, waardoor we ons genoodzaakt zien verandering te eisen.

Ik sta te popelen om op de COP28 mensen met verschillende achtergronden te ontmoeten, naar hun verhalen te luisteren, mijn kennis uit te breiden en weer hoop voor de toekomst te krijgen. Ik blijf echter bezorgd over de mogelijkheid dat deze optimistische spanning kan omslaan in angst: alles valt of staat met de geschiktheid van de overeengekomen maatregelen, en of zij zullen worden uitgevoerd.