European Economic
and Social Committee
Het nieuwe EU-kader voor bosmonitoring moet duurzaam en participatief zijn
door Florian Marin
Het Europees Economisch en Sociaal Comité wijst erop dat het nieuwe EU-kader voor bosmonitoring duurzaam, kosteneffectief en operationeel uitvoerbaar moet zijn. Daarnaast moet het kader ook tijdig, veilig en betrouwbaar, dynamisch, inclusief en participatief zijn om nauwe samenwerking tussen wetenschap en praktijk en een betere planning en empirisch onderbouwde beleidsvorming mogelijk te maken.
Het is van cruciaal belang om te zorgen voor complementariteit en te voorkomen dat gegevens die al onder bestaande wetgeving vallen, zoals het klimaat- en luchtbeleid, biodiversiteitsverordeningen en het gemeenschappelijk landbouwbeleid, elkaar overlappen.
Op het gebied van klimaatverandering is er naast gegevens over plattelandsontwikkeling, circulaire economie en wetenschap behoefte aan langetermijngegevens. Met name wanneer aanvullende gegevens worden verzameld moet de interoperabiliteit worden gewaarborgd en moet worden vastgehouden aan hetzelfde niveau van granulariteit, technologie en frequentie. Er dient voortdurend te worden gestreefd naar het verminderen van de administratieve lasten en het vermijden van buitensporige bureaucratische rompslomp, zoals het veelvuldig verzamelen en rapporteren van gegevens. Er moet evenveel belang worden gehecht aan economische als aan sociale en milieugegevens.
Het belang van het eerbiedigen van particuliere-eigendomsrechten en eigendom van gegevens, in het bijzonder in het kader van het subsidiariteitsbeginsel, kan niet genoeg worden benadrukt. In het kader van de infrastructuur voor bosgegevens moet het openbaar belang steeds voorrang krijgen.
Elke EU-lidstaat die profiteert van de voordelen die bossen opleveren zou moeten beschikken over een langetermijnbosplan dat een aanvulling vormt op andere bos- en houtstrategieën en volledig strookt met de SDG's. Rekening houdend met de multilaterale waarden van bossen, moeten sociale en economische aspecten alsook het partnerschapsbeginsel in de structuur van bosplannen worden geïntegreerd. Voorts moet het maatschappelijk middenveld worden betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van de langetermijnbosplannen.
De rol van het Permanent Comité voor de bosbouw — waarvan ook relevante actoren uit het maatschappelijk middenveld deel moeten uitmaken — moet worden versterkt.