European Economic
and Social Committee
Matthew Caruana Galizia: Ik probeer ervoor te zorgen dat mijn moeder niet voor niets is gestorven
Exclusief interview met Matthew Caruana Galizia, onderzoeksjournalist en directeur van de Daphne Caruana Galizia Foundation in Malta.
“Ik werk bij de Daphne Caruana Galizia Foundation in Malta, die vernoemd is naar mijn moeder, Daphne. Ze was 30 jaar lang journaliste en deed onderzoek naar corruptie binnen de hoogste kringen en naar sociale misstanden in Malta. Tijdens een van haar belangrijkste onderzoeken werd ze vermoord, op 16 oktober 2017. Ik was getuige van de moord. En sindsdien vechten mijn familie en ik voor gerechtigheid voor haar.”
EESC Info: Is de situatie voor journalisten verbeterd sinds de moord op je moeder?
Matthew Caruana Galizia: Voor journalisten in het algemeen is er nu binnen de Commissie erkenning voor het belang van onderzoekswerk en de ernst van de problemen waarmee wij te maken hebben. Het gaat de goede kant op, maar ik denk niet dat de situatie voor onderzoeksjournalisten voldoende is verbeterd.
Journalisten worden wel steeds beter in het onderzoeken van georganiseerde misdaad, corruptie en witwaspraktijken. Met elk nieuw gezamenlijk onderzoek worden ze effectiever.
De Pandora Papers is daar het meest recente voorbeeld van: dat was een ongelooflijk effectief, goed gestructureerd onderzoek. De mensen die daaraan hebben meegewerkt, hebben met heel weinig middelen ongelooflijk werk verricht, maar de reden waarom ons werk niet gemakkelijker is geworden, is dat onze autoriteiten wereldwijd de strijd tegen corruptie niet kunnen bijbenen.
We zijn traag geweest in het ontwikkelen van nieuwe instrumenten die wereldwijd kunnen worden ingezet in de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie. En ja, dit heeft nog steeds tot gevolg dat journalisten die bewijsmateriaal en rapporten over corruptie en georganiseerde misdaad publiceren, aan ernstige risico's worden blootgesteld.
Hoe kan het maatschappelijk middenveld onderzoeksjournalisten steunen?
Hele grote en goed gefinancierde maatschappelijke organisaties zijn in staat om onderzoekswerk te financieren en het werk van freelancejournalisten in enkele belangrijke onderzoeken te steunen.
Mensenrechtenorganisaties spreken zich uit over schendingen van het recht op vrije meningsuiting en over het gebruik van gerechtelijke intimidatie om journalisten het zwijgen op te leggen.
Mijn familie heeft enorm veel steun gekregen van maatschappelijke organisaties en zonder die steun waren we niet gekomen waar we nu zijn in onze strijd voor gerechtigheid voor mijn moeder.
Maar die maatschappelijke organisaties zijn op hun beurt natuurlijk weer afhankelijk van financiering door Europese instellingen, Europese organen, door particuliere burgers, via lidmaatschap, dat soort dingen.
Ngo’s worden verguisd en hebben een slechte naam. Ze zijn zelf het doelwit. Dus zij hebben ook bescherming nodig.
Wat kan de Europese Unie nog meer doen om duidelijk te maken dat ze de persvrijheid hoog in het vaandel draagt?
Ik denk dat journalisten en mensen die actief zijn op het gebied van mensenrechten, pleitbezorgers van het recht op vrijheid van meningsuiting, sinds het aantreden van de nieuwe Europese Commissie een bondgenoot hebben in de Commissie en ook in het Europees Parlement, dat onlangs een prijs in het leven heeft geroepen die naar mijn moeder is vernoemd, de Daphne Caruana Galizia-prijs voor journalistiek.
Hieruit blijkt duidelijk dat een van de belangrijkste Europese instellingen de onderzoeksjournalistiek daadwerkelijk, op een effectieve en concrete manier steunt.
De instellingen worden, denk ik, tegengehouden door de lidstaten van de EU, die bijvoorbeeld de klokkenluidersrichtlijn en de richtlijnen tegen witwaspraktijken niet uitvoeren.
Er zijn landen in de Europese Unie die bijvoorbeeld geen openbare registers voor bedrijfseigendom hebben. Cyprus is een van die landen. En dit maakt het voor journalisten moeilijker om hun werk te doen.
Ik wil er echt voor zorgen dat mijn moeder niet voor niets is gestorven. Dat is echt mijn grootste drijfveer, dat er lessen worden getrokken uit de moord op mijn moeder, om te voorkomen dat zoiets opnieuw gebeurt. En het ís al opnieuw gebeurd, wat laat zien dat er nog een lange weg te gaan is. In Griekenland werd de journalist Ján Kuciak vermoord en ook in Nederland is pas nog een journalist omgebracht. Dus we zijn er nog lang niet, maar we zijn op de goede weg. We moeten gewoon druk blijven uitoefenen.