De EU moet de prioriteiten van haar industriebeleid opnieuw bekijken in het licht van de pandemie en het conflict aan de oostgrens van Europa. Dit is de boodschap die naar voren is gekomen tijdens de conferentie over “Een duurzame toekomst voor de Europese industrie”, die het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) op 4 maart 2022 in samenwerking met de Europese Commissie en het Franse voorzitterschap van de Raad van de EU heeft georganiseerd.

Bij de opening van de conferentie benadrukte EESC-voorzitter Christa Schweng de noodzaak van samenwerking bij het uitstippelen van het industriebeleid van de EU: “We moeten de handen in elkaar slaan met de industrie, de overheid en de sociale partners bij het bouwen aan een duurzame toekomst voor de Europese industrie. Daarbij is het belangrijk dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten”.

Terwijl de EU nog worstelt met de gevolgen van de COVID-19-crisis, hebben de dramatische gebeurtenissen in Oekraïne het continent opgeschud. Margrethe Vestager, uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie, zei: “De Europese industrie moet haar eenzijdige externe afhankelijkheid verminderen. Ook moeten we de interne markt beschermen tegen invloeden van buitenaf, zij het in de vorm van verstorende buitenlandse subsidies, zij het in de vorm van pogingen tot dwang door regeringen van derde landen”.

De meeste sprekers zagen het conflict als een bijkomend, krachtig argument om de groene doelstellingen te blijven nastreven, hoewel sommigen van mening waren dat de omstandigheden nopen tot een heroverweging ervan, en zelfs een terugkeer naar steenkool in Europa als een mogelijkheid zien. “Nieuwe factoren zoals inflatie, schuld, defensie en energie dwingen ons tot een drastische heroverweging van de industriestrategie. Strategische autonomie en defensie moeten onze nieuwe uitgangspunten zijn”, benadrukte lid van het Europees Parlement Carlo Calenda.

Thomas Courbe, directeur-generaal Ondernemingen bij het Franse ministerie van Economie, Financiën en Herstel, ziet de transitie naar duurzame energie als een kans om de industriële fundamenten van Europa te moderniseren. De dubbele transitie moet eerlijke en sociaal billijke voorwaarden voor het scheppen van werkgelegenheid bevorderen, in overeenstemming met het beginsel dat niemand aan zijn lot mag worden overgelaten. “Het doel moet zijn om de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk terug te dringen tegen zo laag mogelijke sociaal-economische kosten”, aldus Sandra Parthie, rapporteur van het EESC-advies over < style="color:blue">“Actualisering van de nieuwe industriestrategie”..

Tot slot merkte Thierry Breton, EU-commissaris voor de Interne markt, op dat het in tijden van toenemende geopolitieke spanningen van essentieel belang is om een samenhangende visie op de Europese Unie en haar industrieën te bevorderen. (gb/dm)