European Economic
and Social Committee
De interne markt moet in dienst staan van de burgers en niet andersom
Ter gelegenheid van het 30-jarige bestaan van de interne markt van de EU dit jaar heeft het EESC tijdens de zitting van januari met commissaris Margrethe Vestager gedebatteerd over de vraag hoe de grootste uitdaging voor de volgende generatie kan worden aangegaan.
De interne markt wordt algemeen beschouwd als de grootste verwezenlijking van de EU. De huidige crises, zoals de klimaatverandering, COVID-19 en de oorlog in Oekraïne, hebben echter de kwetsbaarheid ervan voor onvoorziene verstoringen blootgelegd. Hoe kunnen we de groene en digitale transitie in de EU doorvoeren zonder de vrijemarktbeginselen te schenden en zonder afbreuk te doen aan het concurrentievermogen van de Europese bedrijven? De Commissie heeft een plan om deze kwesties aan te pakken, dat zij in februari zal presenteren.
Tijdens de zitting van januari heeft het EESC concrete voorstellen gedaan om de interne markt verder te ontwikkelen zonder het concurrentievermogen van Europa uit het oog te verliezen. EESC-voorzitter Christa Schweng zei hierover: “Alleen een concurrerend Europa kan voor welvaart en welzijn zorgen en de klimaat- en milieuproblemen op duurzame wijze oplossen. Daarom is het van cruciaal belang dat EU-bedrijven in een gunstig klimaat kunnen innoveren, investeren en handeldrijven, onder dezelfde voorwaarden als hun buitenlandse concurrenten.”
Margrethe Vestager, uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie, was het ermee eens dat de EU aan de interne markt moet blijven werken en wees erop dat “Europa er heel anders zou uitzien als de interne markt dertig jaar geleden niet tot stand was gekomen”.
Een van de belangrijkste punten van het debat was de kwestie van overheidssteun voor economisch herstel en de dubbele transitie. Als deze steun niet beperkt blijft tot een kortstondige injectie, zo groeit de vrees, kan dit kleinere economieën en de wereldhandel in gevaar brengen.
Het debat werd afgesloten met verklaringen van de voorzitter van de groep maatschappelijke organisaties van het EESC, Séamus Boland, de voorzitter van de werknemersgroep van het EESC, Oliver Röpke, en een lid van de werkgeversgroep van het EESC, Felipe Medina. (tk)