Eén dag voordat het een jaar geleden was dat Rusland Oekraïne binnenviel, heeft het EESC een resolutie aangenomen waarin wordt gepleit voor een snelle toetreding van Oekraïne tot de EU, met inachtneming van de uitbreidingsbeginselen. Het EESC is voorstander van de oprichting van een speciaal internationaal tribunaal voor het misdrijf agressie tegen Oekraïne en benadrukt dat het maatschappelijk middenveld Oekraïne moet blijven steunen zo lang als dat nodig is.
Het EESC heeft op zijn zitting van februari een derde resolutie over Oekraïne uitgebracht, getiteld Oekraïne, één jaar na de Russische invasie – de kijk van het Europees maatschappelijk middenveld. De resolutie werd aangenomen nadat er over de gevolgen van de oorlog voor de bevolking in Oekraïne en de EU was gedebatteerd met Oleksandra Matviichuk, hoofd van het Centrum voor burgerlijke vrijheden en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede in 2022, en Lora Pappa, voorzitter van de Griekse ngo METAdrasi – Actie voor migratie en ontwikkeling.
Het EESC breekt in zijn resolutie een lans voor toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie. “Wij zouden graag zien dat Oekraïne snel toetreedt tot de EU, waarbij in het proces daarnaartoe wel de uitbreidingsbeginselen in acht dienen te worden genomen. Het Oekraïense maatschappelijk middenveld en de Oekraïense bevolking blijven voor het EESC de hoogste prioriteit houden”, aldus EESC-voorzitter Christa Schweng.
In de resolutie wordt aangedrongen op de oprichting van een speciaal internationaal tribunaal voor het misdrijf agressie tegen Oekraïne. In een emotionele toespraak wees mevrouw Matviichuk op het ongekende aantal oorlogsmisdaden die door Russische troepen zijn gepleegd: “Het is tijd om de daad bij het woord te voegen en werk te maken van juridische procedures, want zonder gerechtigheid is er geen duurzame vrede mogelijk.”
Seamus Boland, voorzitter van de groep Maatschappelijke Organisaties, zei: “Ook wij staan achter de oproep om een speciaal internationaal tribunaal voor het misdrijf agressie tegen Oekraïne op te richten”.
Sinds de Russische inval, nu een jaar geleden, hebben maatschappelijke organisaties acht miljoen vluchtelingen en zes miljoen binnenlandse ontheemden geholpen. Maar “de vermoeidheid begint zichtbaar te worden”, aldus mevrouw Pappa.
Oliver Röpke, voorzitter van de groep Werknemers, zei dat “het Oekraïense maatschappelijk middenveld zich hier thuis zou moeten voelen en niet slechts het gevoel zou moeten hebben dat het bij ons te gast is”. Stefano Mallia, voorzitter van de groep Werkgevers, voegde eraan toe dat “het maatschappelijk middenveld bereid is alles te doen wat nodig is om Oekraïne te steunen op de weg naar herstel, hoe lang het ook duurt”. (mt)