Concurrentievermogen lijkt tegenwoordig het gesprek van de dag te zijn, en deregulering wordt beschouwd als het toverwoord dat Europa in één klap op de kaart kan zetten als een van de grote spelers in de wereldeconomie. Er zijn echter tal van manieren om concurrentievermogen te meten en er is geen pasklaar antwoord op de vraag hoeveel regulering te veel is. Als het debat over concurrentievermogen en deregulering niet met de nodige omzichtigheid wordt gevoerd, dreigt het te verzanden in al te simplistisch zwart-witdenken dat een solide economisch beleid in de weg kan staan, zo schrijft onze gast Karel Lannoo, CEO van het Centrum voor Europese Beleidsstudies (CEPS).

Karel Lannoo is CEO van CEPS, een van Europa's toonaangevende onafhankelijke denktanks. Hij is gespecialiseerd in financiële regelgeving, Europese economische governance en de eengemaakte markt. Tot zijn recente publicaties behoren “Europa begrijpen”, een taskforceverslag over beleid inzake de financiële sector voor de Commissie Von der Leyen II, en diverse bijdragen aan academische publicaties en tijdschriften. Karel spreekt regelmatig op hoorzittingen van Europese, nationale en internationale instellingen en op internationale conferenties en opleidingsprogramma's voor managers. Hij leidt studies voor nationale overheden, multilaterale organisaties en de particuliere sector. Artikelen van zijn hand verschijnen regelmatig in de media. Daarnaast is Karel bestuurslid van diverse ondernemingen en stichtingen en lid van adviesraden, waaronder de Commissie Kapitaalmarkt van de AFM, de toezichthouder op de kapitaalmarkten.