European Economic
and Social Committee
EESC geeft zijn mening over de behoefte aan een Europese regeling voor minimumlonen
Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) heeft een advies uitgebracht over Fatsoenlijke minimumlonen in heel Europa, waarmee het een bijdrage levert aan de huidige discussie over dit onderwerp in de EU.
Dit verkennend advies is opgesteld op verzoek van het Europees Parlement, naar aanleiding van de aankondiging door de Europese Commissie dat zij overweegt met een voorstel te komen voor een wettelijk instrument dat elke werknemer in de EU een minimumloon – en dus een fatsoenlijke levensstandaard – garandeert.
In het advies stelt het EESC dat een fatsoenlijk minimumloon, in combinatie met een persoonsgericht, geïntegreerd en actieve-inclusiebeleid, armoede onder werkende armen kan helpen terugdringen.
Wel is het daarbij van belang dat elk EU-initiatief gebaseerd is op een nauwkeurige analyse van de situatie in de lidstaten en dat de rol en autonomie van de sociale partners, evenals de verschillende modellen voor arbeidsverhoudingen, ten volle geëerbiedigd worden.
Maar hoe dit alles in het vat moet worden gegoten, daar zijn de drie groepen in het EESC – die de werkgevers, werknemers en maatschappelijke organisaties vertegenwoordigen – het niet over eens.
Namens de groep Werkgevers van het EESC zei rapporteur Stefano Mallia: “De groep Werkgevers is van mening dat de EU geen zeggenschap heeft over lonen, laat staan over de hoogte van die lonen, en dat het vaststellen van minimumlonen een nationale aangelegenheid is die afhangt van de specifieke kenmerken van het nationale stelsel. Elke ondoordachte EU-maatregel moet worden voorkomen, vooral nu. Waar de sociale partners steun nodig hebben, moeten we nagaan hoe we in specifieke behoeften kunnen voorzien door de uitwisseling van goede praktijken en capaciteitsopbouw te bevorderen, zonder echter in de val lopen van een uniforme aanpak die ernstige negatieve gevolgen kan hebben.”
Co-rapporteur Oliver Röpke, die de groep Werknemers in het EESC vertegenwoordigt, reageerde hierop: “De garantie dat werknemers in de hele EU een fatsoenlijk minimumloon krijgen moet een essentieel onderdeel zijn van de herstelstrategie van de EU. Voor de groep Werknemers staat het buiten kijf dat alle werknemers, ongeacht waar ze werken, een eerlijk minimumloon moeten ontvangen dat een fatsoenlijke levensstandaard waarborgt. Collectieve onderhandelingen blijven de meest effectieve manier om eerlijke lonen te garanderen en moeten ook worden versterkt en bevorderd in alle lidstaten. We zijn dan ook blij dat de Commissie erkent dat er ruimte is voor EU-actie ter bevordering van de rol van collectieve onderhandelingen bij het streven naar een toereikend minimumloon voor iedereen”. (ll)