Leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité hebben op 24 en 25 september in Tirana vertegenwoordigers van het Albanese maatschappelijk middenveld ontmoet. Daarbij bespraken zij de stand van de sociale dialoog alsook het jeugdbeleid en de participatie van jongeren in Albanië.
Dilyana Slavova, voorzitter van de afdeling Externe betrekkingen van het EESC (REX), en Dragica Martinović Džamonja, voorzitter van het follow-upcomité Westelijke Balkan van het EESC, leidden de EESC-delegatie tijdens de bijeenkomst met Z.Exc. Luigi Soreca, het nieuwe hoofd van de delegatie van de EU in Albanië. Met het oog op de mogelijke start van de toetredingsonderhandelingen met Albanië in 2019 werd benadrukt dat het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van jongerenorganisaties en de sociale partners, daadwerkelijk bij alle fasen van het toetredingsproces moet worden betrokken.
Mevrouw Martinović Džamonja hield een aantal bilaterale bijeenkomsten met hoge ambtenaren, onder wie Lindita Nikolla, minister van Onderwijs, Sport en Jeugdzaken, Dajna Sorensen, viceminister van Financiën en Economie, verantwoordelijk voor Werkgelegenheid en Beroepsonderwijs en -opleiding, Vasilika Hysi, vicevoorzitter van het Albanese parlement en Gent Cakaj, viceminister van Europa en Buitenlandse Zaken. Tijdens deze bijeenkomsten legde mevrouw Martinović Džamonja uit dat het EESC, als spreekbuis van het maatschappelijk middenveld op EU-niveau, tot taak heeft goede praktijken en expertise uit de hele EU op het gebied van openbare raadplegingen en deelname aan besluitvormingsprocessen te delen. De vooruitgang die Albanië de afgelopen jaren op veel gebieden heeft geboekt, werd erkend, maar er werd ook benadrukt dat de hervormingen gestaag moeten worden voortgezet, wil Albanië stappen blijven zetten op de weg naar toetreding.
De bijeenkomsten werden gehouden ter voorbereiding van het 7e forum voor het maatschappelijk middenveld van de Westelijke Balkan, dat het EESC in 2019 zal organiseren. Het follow-upcomité Westelijke Balkan zal de belangrijkste bevindingen van de missie met andere EU-instellingen delen.
Het follow-upcomité, dat tot drie keer per jaar bijeenkomt, is in 2004 opgericht om de politieke, economische en sociale ontwikkelingen in de regio te volgen en er de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en de consolidatie van de democratie te bevorderen. (ks)