Oneerlijke handelspraktijken hebben negatieve economische, sociale en milieugevolgen. De Europese Commissie heeft erkend dat de voedselvoorzieningsketen bijzonder kwetsbaar is voor dergelijke praktijken. Haar voorstel voor een richtlijn over oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen gaat echter niet ver genoeg.
"De machtsconcentratie in de voedselvoorzieningsketen neemt hand over hand toe en boeren, werknemers, kleine en middelgrote ondernemingen en consumenten zijn daarvan het meest de dupe. Minimale harmonisatie is niet genoeg. We hebben een EU-rechtskader nodig dat alle wanpraktijken verbiedt", aldus Peter Schmidt. Verder moeten ook niet voor de voeding bestemde landbouwproducten en veevoer onder de wetgeving vallen.
Daarnaast heeft het EESC voorgesteld om de handhavingsmechanismen flink te versterken en te waarborgen dat klagers anoniem blijven. Handhaving kan de vorm hebben van een speciale ombudsmanprocedure, groepsvorderingen en wetshandhaving door de autoriteiten. Om de klachtenprocedure te vergemakkelijken, zouden schriftelijke overeenkomsten verplicht moeten zijn. Dat zou eerlijke onderhandelingen ten goede komen.
De bescherming moet worden uitgebreid tot alle marktdeelnemers, zowel binnen als buiten de EU, want zelfs als grote spelers het slachtoffer zijn van oneerlijke handelspraktijken, zullen de zwakste schakels in de keten ook onvermijdelijk onder druk komen te staan.
Bovendien is het onaanvaardbaar dat voedsel onder de kostprijs wordt verkocht. "We willen een doeltreffend verbod op de verkoop van goederen onder de productiekosten in de levensmiddelenhandel", benadrukt Schmidt. "Producenten dienen net als boeren een eerlijke en rechtvaardige prijs betaald te krijgen. Hun inkomen moet voldoende zijn om te kunnen investeren, innoveren en duurzaam te produceren." (sma)