Voorzitter Jahier uitte kritiek op het recente voorstel van de Raad van de EU om de nationale regeringen de mogelijkheid te geven hun veto uit te spreken over een hervormingsprogramma dat een lidstaat in het kader van het pakket opstelt. In een debat met Europees commissaris Paolo Gentiloni tijdens de afgelopen plenaire zitting van het EESC verklaarde Jahier dat het hele Comité wat dit betreft achter de Europese Commissie staat.

Jahier wees erop dat de Commissie op verschillende manieren op de COVID-19-crisis heeft gereageerd om de enorme gevolgen van de pandemie aan te pakken – eerst met snelle maatregelen om de regels voor begrotingstekorten en staatssteun op te schorten en vervolgens met het pakket ‘Next Generation EU’ ter waarde van zo’n 5 biljoen euro, ongeveer vijf keer zoveel als het Marshallplan.

“We willen u ervan verzekeren dat het hele EESC achter u – Commissie en Europees Parlement – staat in deze strijd om een goed akkoord te bereiken, een akkoord op maat van de uitdagingen dat geen gevaarlijke stap terug vormt en dat vooral niet leidt tot tegenslagen die na de zomer desastreuze sociale onrust in Europa zouden kunnen veroorzaken”, aldus Jahier tegen commissaris Gentiloni.

Gentiloni onderstreepte de immense economische en sociale impact van COVID-19, die de grootste economische schok sinds de Grote Depressie teweeg heeft gebracht. “De veerkracht van onze samenlevingen en onze waarden blijven onze belangrijkste verdediging tegen het virus en de crisis. Het is cruciaal dat we sterk uit die crisis komen.”

Hij vervolgde: “Het ontbreken van economische en sociale convergentie tussen EU-lidstaten en -regio’s is een bedreiging voor de politieke houdbaarheid van het Europese project. Om te zorgen voor duurzaam economisch herstel en om opgewassen te zijn tegen toekomstige schokken en de convergentie in de EU te vergroten hebben we nu meer dan ooit substantiële investeringen en hervormingen nodig.”

Jahier herhaalde de grote kritiek die hij in een eerdere verklaring had geleverd op de recente tegenvoorstellen van voorzitter Charles Michel van de Europese Raad om het pakket aanvaardbaar voor de staatshoofden en regeringsleiders te maken. Die kritiek betrof met name de bezuiniging op de meerjarenbegroting en de governance van het pakket.

De voorgestelde bezuiniging op de algemene meerjarenbegroting van de EU voor 2020-2024 mag dan cijfermatig heel gering lijken (van de door de Commissie in mei 2020 voorgestelde 1 100 miljard naar 1 074,3 miljard euro), het zou de eerste daadwerkelijke bezuiniging op de EU-begroting ooit zijn, met consequenties voor essentiële EU-fondsen ter ondersteuning van landen en regio’s met een achterstand. Maar vooral, zo benadrukte Jahier, zou dit het uitgangspunt vormen voor de onderhandelingen over de toekomstige meerjarenbegroting, waardoor het EU-budget voor structuurbeleid een gevaarlijk, steeds minder ambitieus pad dreigt op te gaan.

Het EESC was nog kritischer over het voorstel om de governance van het pakket te verdelen tussen de Commissie (meerjarenbegroting) en de nationale regeringen (Next Generation EU). Dit zou een stap terug betekenen van geïntegreerd management dat de Commissie een hefboom geeft om de begroting te versterken, naar een begroting die in minstens twee onderdelen uiteenvalt.

Uitermate zorgwekkend voor Jahier was het voorstel van afgelopen nacht om individuele lidstaten als laatste mogelijkheid een veto te geven door een buitengewone vergadering van de EU-ministers van Financiën bijeen te roepen als zij gekant zijn tegen de hervormingen die een lidstaat in het kader van het pakket voorstelt. Dat zou volgens Jahier een definitieve, structurele breuk in de EU-begroting markeren die gevaarlijk en onaanvaardbaar is.

Een andere brandende kwestie die de voltallige vergadering van het EESC graag met commissaris Gentiloni wilde bespreken, was de vernietiging gisteren door het Europees Hof van Justitie van het besluit van de Commissie uit 2016, op grond waarvan Ierland gedwongen zou zijn om van Apple alsnog 13 miljard euro aan belastingen te eisen.

Het EESC steunt de pogingen van de Commissie om techreuzen meer belastingen te laten betalen en zo een flagrante onrechtvaardigheid te corrigeren. Verder sprak Jahier zijn waardering uit voor de voorstellen van de Commissie van een dag eerder om een eind te maken aan de ongepaste en onhoudbare belastingconcurrentie tussen lidstaten.

Gevraagd naar hoe het staat met het belasten van de digitale economie gaf Gentiloni een overzicht van de stand van de onderhandelingen om een mondiaal of als dat niet lukt een EU-akkoord te sluiten dat de EU de zo broodnodige eigen middelen moet opleveren.

“Laat ik heel duidelijk zijn”, sprak Gentiloni, “door allerlei politieke, technische en internationale problemen zijn er geen gemakkelijke oplossingen mogelijk. Maar er is wel een heel positieve ontwikkeling: we krijgen steeds meer steun vanuit het publiek, van het Europees Parlement, van uw Comité en van belanghebbenden. En er liggen kansen omdat de lidstaten nu inzien dat de Commissie meer eigen middelen ter beschikking moet krijgen om de gezamenlijke schuld mee terug te betalen.”

Hij vatte het als volgt samen: “We hebben inderdaad meer eigen middelen nodig om van Next Generation EU een succes te maken. Want de ervaring van onze Unie laat zien dat dit absoluut een uitzonderlijk initiatief is. Het is weliswaar tijdelijk, maar als het werkt, als het goede investeringen oplevert, als het helpt om onze economie te moderniseren en als we in staat zijn onze eigen middelen te verhogen om de schuld mee terug te betalen, dan kunt u ervan op aan dat dit zoals altijd in de EU een precedent zal vormen om in de toekomst op voort te bouwen als een nieuwe crisis of een nieuwe gezamenlijke doelstelling zich aandient.” (dm)