De nationale sociaal-economische raden (SER's) en het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) kwamen op 13 en 14 juni in Rome bijeen om hun rol in de duurzame ontwikkeling van Europa en de Europese pijler van sociale rechten te bespreken. Naar aanleiding hiervan richtten ze een boodschap aan de Europese leiders.

Het debat werd gehouden in het kader van de jaarlijkse bijeenkomst van voorzitters en secretarissen-generaal van het EESC en de SER's van de lidstaten, die dit jaar gezamenlijk door het EESC en de Italiaanse SER (CNEL) werd georganiseerd.

Tijdens de openingssessie, die werd bijgewoond door de Italiaanse president Sergio Mattarella, waren onder meer de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Enzo Moavero Milanesi, en CNEL-voorzitter Tiziano Treu belangrijke sprekers.

EESC-voorzitter Luca Jahier riep het nieuwe Europees Parlement en de toekomstige Commissie op om sterk en vastberaden politiek leiderschap te tonen zodat Europa kan uitgroeien tot wereldleider op het vlak van duurzame ontwikkeling.

De voornaamste conclusies van het debat, die aan de belangrijkste EU-instellingen werden gericht, luiden als volgt:

  • De VN-Agenda 2030 moet de komende tien jaar de overkoepelende prioriteit van de EU zijn om op de volgende vijf terreinen een omwenteling te verwezenlijken:
    • een economische omwenteling;
    • een omwenteling op het gebied van energie en milieu;
    • een brede sociale omwenteling;
    • een omwenteling op het vlak van democratie en participatie en
    • een geopolitieke verschuiving in de internationale betrekkingen.
  • De Agenda-2030 is een win-winstrategie:
    • voor werkgevers, omdat de concurrentiestrijd op mondiaal niveau zal worden gevoerd in de sectoren die verband houden met de agenda voor duurzame ontwikkeling;
    • voor werknemers, omdat meerdere duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) verband houden met de sociale dimensie van Europa;
    • voor het maatschappelijk middenveld dat, indien het volwaardig bij de governance wordt betrokken, een doorslaggevende rol kan spelen bij de adequate monitoring van de verwezenlijking van de SDG's.
  • Er moet een stappenplan worden vastgesteld om de tenuitvoerlegging van de Europese pijler van sociale rechten te bevorderen, waarvan aanzienlijke delen nog grotendeels onaangeroerd zijn.
  • Het Europees Semester dient ook te worden aangepast aan de Agenda-2030.
  • 40 % van de totale EU-begroting voor 2021-2027 zou naar duurzame ontwikkeling moeten gaan.
  • In de nieuwe Commissie zou een vicevoorzitter erop moeten toezien dat de SDG's in alle onderdelen van het EU-beleid in acht worden genomen.
  • Het gaat hier om een project van hoop en veerkracht dat het potentieel heeft om meer eenheid en solidariteit binnen de EU tot stand te brengen door het maatschappelijk middenveld en met name jongeren te mobiliseren.
  • SER's zouden kunnen fungeren als fora voor burgerparticipatie, en openbare raadplegingen kunnen houden over nieuwe modellen voor duurzame ontwikkeling.
  • Als grootste economie ter wereld moet de EU via haar handelsbeleid een fundamentele rol spelen bij de bevordering van de agenda voor duurzame ontwikkeling op mondiaal niveau.

De integrale conclusies van de bijeenkomst kunt u hier lezen. (dm)