Mijn eerste bekommernis was om mijn gezin bijeen te krijgen. Mijn oudste zoon moest bijvoorbeeld overkomen uit de Verenigde Staten, waar hij studeert. Het familiale weerzien was zeer stimulerend. Omdat onze levens aanvankelijk stilvielen, konden de familieavonden weer van onder het stof, compleet met films en spelletjes. Maar alles was omgeven door angst. Madrid was op dat moment een van de zwaarst getroffen Europese steden, het gezondheidsstelsel was ingestort. Artsen in mijn vriendenkring zagen zich door het gebrek aan medisch materieel verplicht om hun mondmaskers te wassen. Reserve-exemplaren waren er niet. Zij en hun families raakten snel besmet. Toch overheerste het gemeenschapsgevoel. Iedere avond om klokslag acht uur klonk luid applaus van de Madrileense balkonnen.

Vanaf het begin van de lockdown kwam een krachtige respons op gang. Ikzelf werd al snel aan boord gehesen – door wie anders dan onze dynamische vicevoorzitter Isabel Caño – om vanuit het EESC steun te verlenen aan de Europese Alliantie tegen het coronavirus, die op ieder moment op de gulle, wendbare en toekomstgerichte ondersteuning van het Europese netwerk van clusters kon rekenen.

In deze open en horizontale structuur kwamen de eerste reacties van het bedrijfsleven naar boven, samen met initiatieven van de ‘makers’ en waardevolle initiatieven vanuit de gemeenschap zoals “Frena la curva” (“vlak de curve af”). Dit alles was gekoppeld aan een meer strategische functie: vooruitdenken over de Europese ecosystemen en in samenwerking oplossingen bedenken, vanuit drie pijlers voor ieder toekomstig optreden: ecologie, digitalisering en veerkracht.

Tegelijk is deze crisis een ernstige waarschuwing om als samenleving onze levensstijl onder de loep te nemen, hoe graag sommigen ook naar het verleden zouden willen terugkeren.

Business as usual” is alvast geen optie. Nu slim handelen betekent samenwerkingsmodellen omarmen en brede allianties smeden. Die moeten ons op weg helpen naar het inclusieve, sociale, menselijke en ethische Europa waar we al zo lang van dromen, nadat zovele strategieën en maatregelen halverwege zijn gestrand.

Een opsteker is alvast dat we de voorbije drie maanden meer vooruitgang hebben geboekt dan in de tien jaar na de grote recessie van 2008.

Ik ben teleurgesteld over de institutionele respons van mijn land, dat gebukt gaat onder politieke verdeeldheid en een gebrek aan coördinatie. De reactiecapaciteit van de Europese instellingen – de Europese Commissie, de Europese Investeringsbank en de Europese Centrale Bank voorop – stemt mij daarentegen hoopvol. Als zij hier zo’n uitstekende rol spelen, is dat omdat zij niet langer zelfvoldaan navelstaren; ze hebben begrepen dat interactie en alliantievorming – op basis van transparantie en vertrouwen (twee zijden van eenzelfde munt) – de beste garanties voor de toekomst bieden.

Laten we de door hen uitgezette koers volgen, met de Europese Green Deal en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling als kompas. Now is the time!