"Het wordt een uitdaging om zowel de klimaatverandering tegen te gaan als een planeet van weldra tien miljard mensen te voeden. Om beide doelstellingen te verwezenlijken, is een belangrijke rol weggelegd voor de bio-economie, in het kader waarvan hernieuwbare biologische bronnen worden geproduceerd en deze in levensmiddelen, diervoeders en biogebaseerde producten worden omgezet", stelden Mindaugas Maciulevičius en Udo Hemmerling, de rapporteurs van het EESC-advies van 15 mei over de actualisering van de strategie voor de bio-economie.

Duurzaamheidsbeginselen zijn van essentieel belang voor een "nieuwe" bio-economie en de natuurlijke hulpbronnen moeten in stand worden gehouden om productief te blijven.

Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) spelen een cruciale rol in de bio-economie. Zij moeten betere raad en toegang tot financiering krijgen om meer te kunnen bijdragen. Het is van essentieel belang dat individuele en flexibele adviesdiensten worden opgezet om kmo's in de agrovoedingssector te helpen innovatieve langetermijnprojecten te ontwikkelen. Daarnaast is publiek-private samenwerking van groot belang om doelmatiger te kunnen optreden en de uitwisseling van informatie, expertise en beste praktijken mogelijk te maken.

De samenwerking tussen verschillende gebieden – stad-platteland, platteland-platteland, land-zee – kan duurzame waardeketens en clusters van de bio-economie helpen tot stand brengen, en in het bijzonder Oost-Europese landen helpen hun output te verhogen en op die manier voor groei zorgen en banen helpen scheppen, met name in plattelandsgebieden. Deze gebieden hebben, gezien de grootscheepse activiteiten op het gebied van landbouw, bosbouw en visserij, een grote hoeveelheid biomassa, en hebben een hoge, maar onderbenutte biomassacapaciteit. (sma)